Rondom de Tüschenbroich molen vind je een verscheidenheid aan verschillende diersoorten, zowel op het land, in het water als in de lucht. Van graskikkers en libellen tot kamsalamanders. Het vogelleven biedt een grote verscheidenheid, zoals de torenvalk, de geelgors en de buizerd. Het is ook het leefgebied van de ijsvogel en de zwarte specht. Trekvogels zoals de rietzanger, nachtegaal en wielewaal hebben zich hier ook gevestigd.

Het elzenbroekbos kenmerkt het uiterlijk van dit gebied. Het woord "Bruch" in de naam, in de regio ook bekend als "Broich", verwijst naar een watergebied.
De witte waterlelie is een waterplant die verankerd is aan de bodem van het water. Hij is in volle pracht van juni tot september. De witte bloemblaadjes zijn zeer geurig en produceren veel stuifmeel, dat onder andere vliegen en hommels aantrekt.

De vijver van Tüschenbroich met zijn nachtvlinder is niet alleen een cultuurhistorisch relikwie uit het verleden, maar ook een uitkijkpunt voor het observeren van watervogels zoals blauwe reigers, eenden en ganzen. Als je 's avonds in het donker pauzeert, kun je in het licht vleermuizen voorbij zien fladderen.